Sinds kort hebben we een wel heel bijzonder hotel naast ons pand staan, namelijk een bijenhotel. Maar wat houdt dit nu precies in? Het is een hotel en dat betekent dat het voor bijen een plek is om voort te planten en te overwinteren. De bijen (en soms ook andere insecten) wonen er dus niet in zoals ze dat in een bijenkast doen. Ze maken ook géén honing in het hotel. Onze hotelgasten zijn wilde & individuele bijen.
In het bijenhotel zitten stokjes in de zeshoekige bakjes die er op hangen. Komt er een bij aan, dan gaat deze in zo’n stokje zitten en legt daar een eitje in. Vervolgens stopt de bij er ook nog wat stuifmeel bij en metselt het vakje dicht met modder of iets dergelijks. Daarna komt de volgende bij, deze legt er ook weer een eitje in samen met voedsel en metselt het volgende vakje dicht. Dit gebeurt net zo lang tot het stokje helemaal vol is. In één stokje zitten dus uiteindelijke meerdere eitjes. Een bij ondergaat een metamorfose net zoals een vlinder. Tijdens de winter verandert het eitje in een larf, een pop en daarna in een volwassen bij die in het voorjaar dan uitvliegt.
Onze imker Lieke heeft eigenlijk geen werk aan het bijenhotel. Het is een soort zelfregulerend hotel: “We trekken met dit bijenhotel uitsluitend wilde bijen aan. Als het mooi weer is, met name in de lente of zomer, is het heel intrigerend om een kijkje te komen nemen. Je ziet dan hoe alle wilde bijen steeds op en af vliegen en de stokjes in gaan met allerlei dingen die ze hebben verzameld”.
Het is verbazingwekkend hoeveel verschillende soorten bijen zo’n bijenhotel aantrekt. Ernaar kijken kun je bijna ontspanningstherapie noemen..
